Duur wonen op Mallorca

Laat Voorlezen? ↑↑⇑⇑↑↑ | Leestijd van het artikel: ca. 3 Minuten -

De Balearen, Madrid en Murcia behoren tot de OESO-regio’s waar de woonlasten verhoudingsgewijs het hoogst zijn, hoewel inwoners van Californië, de regio Dublin en vooral Jeruzalem nog steeds een groter deel van hun inkomen moeten uitgeven.

In een rapport over regionale verschillen dat op vrijdag (06.12.2024) werd gepubliceerd, legt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) uit dat huishoudens gemiddeld ongeveer 20% van hun inkomen moeten uitgeven aan huisvesting, hoewel dit percentage in sommige stedelijke gebieden meer dan verdubbeld kan zijn.

In Spanje is het gemiddelde 26,3%, hoewel er drie autonome gemeenschappen zijn waar de grens van 30% wordt overschreden: de Balearen (30,4%), Murcia (30,2%) en Madrid (30%). Daarna komt Catalonië (27,1%). Aan de andere kant van de schaal staan de autonome regio’s Galicië (20,3%) en Asturië (20,5%), waarvoor gegevens beschikbaar zijn en waar de economische kosten van huisvesting (inclusief leningen om te kopen of te huren en onderhoudskosten zoals water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen) lager zijn.

Leestip:  “Liefde, hoop en gezondheid”
KNMR - Jouw donatie geeft redders de middelen om uit te varen – weer of geen weer

In andere landen kunnen deze kosten oplopen tot iets meer dan de helft van het besteedbaar inkomen, zoals in Jeruzalem (gemiddeld 39,7% in Israël), 36,3% in het grootstedelijk gebied van Genève (Zwitserland) of 35,3% in Californië (VS).

De auteurs van het onderzoek wijzen erop dat in de afgelopen tien jaar de vastgoedprijzen in de OESO veel sterker zijn gestegen in grote steden (68% in steden met meer dan 1,5 miljoen inwoners of 50% in steden met 250.000 tot 1,5 miljoen inwoners) dan in kleine steden (37% in steden met 100.000 tot 250.000 inwoners en 16% in steden met minder dan 100.000 inwoners).

Dit betekent dat de prijs in stedelijke gebieden met meer dan 1,5 miljoen inwoners 68% hoger ligt dan in steden met 250.000 tot 1,5 miljoen inwoners en 86% hoger dan in steden met minder dan 100.000 inwoners. De kloof is de afgelopen vijf jaar met gemiddeld 20 procentpunten gegroeid.

De grootste verschillen naar stadsgrootte zijn er in Hongarije, Zuid-Korea en de Verenigde Staten. In Spanje liggen de huizenprijzen 31% hoger dan het nationale gemiddelde in steden met meer dan 1,5 miljoen inwoners en 11% hoger in steden tussen 250.000 en 1,5 miljoen inwoners.

Daarentegen liggen de prijzen in steden met 100.000 tot 250.000 inwoners 15% onder het gemiddelde en 26% onder die in steden met minder dan 100.000 inwoners. De prijzen hebben zich zeer ongelijk ontwikkeld sinds de financiële crisis die leidde tot het uiteenspatten van de financiële zeepbel.

Tussen 2013 en 2022 stegen ze sterk in Malaga (3,8% jaarlijks gemiddelde), Palma de Mallorca (3,7%), Igualada (3,7% jaarlijks gemiddelde), Arrecife (3,4%), Barcelona (2,9%), Madrid (2,7%) en Alicante (2,7%). Daarentegen daalden ze in deze periode in Zaragoza (0,1% per jaar), Murcia (0,3%), Santiago de Compostela (1,5%), Oviedo (2,4%), Zamora (3,2%), Mérida (4,5%) en Linares (4,9%).

Bron: Agentschappen